maandag 10 juni 2019

Besluit

Zo. Onze zevende fietstocht zit erop. Aangezien we door de bakermat van de Renaissence reden was deze tocht doorspekt met veel kunst. Firenze was bewust gekozen als grande finale. Alles ligt dichter bij mekaar waardoor onze dagtrajecten korter waren.  Gezien de pittge hellingen mocht dat wel. Fietsen in Toscane en Umbrië vraagt wat van de spieren. Zeker de strade bianchi tussen Pisa en Siena zijn heel pittig. Dat stuk nabij Pienza en Montepulciano is het mooiste van Toscane. We reden er als het ware door een postkaart. Het eerste stuk van Firenze naar Pisa was vrij dicht bebouwd wat ook voor meer verkeer zorgt. De wegen liggen er slecht bij. De zijkant van de weg waar je als fietser rijdt is een slagveld van putten en bulten. Dan was fietsen in Spanje een vele betere ervaring. Eten in Toscane en Umbrië is uiteraard top. Enkel lekker brood kopen is een uitdaging. De pecorino bij de picknick maakt dat wel goed. Over de ijsjes en de wijn zeggen we niets. Heel leuk was rond het Trasimeno-meer te rijden en daar ontvangen te worden door onze buren die er op vakantie waren.
Uiteindelijk staat er 1004 kilometer op de teller. We klommen 12380 hoogtemeters en bolden 12818 hoogtemeters bergaf.
Het was een mooie, deugd doende reis. Wat het volgend jaar wordt weten we nog niet.
We zijn terug thuis. Het vliegtuig vertrok met 90 minuten vertraging omwille van een oververhitte vleugels. In Brussel konden we niet landen omwille van een wolkbreuk. Back to reality. 

Twee dagen Firenze

Firenze heeft zijn roem en macht te danken aan de Medici. Op onze twee weken durende fietstocht kwamen we al langs steden die door De Medici bestuurd of onderdrukt werden. De van oorsprong bankiers gebruikten invloed en macht om verbonden te smeden met andere steden. Cosimo de oudere begon met de uitbouw van het imperium. Zijn kleinzoon Lorenzo de almachtige was van crutiaal belang. Zijn zoon werd paus Pius X. Cosimo I werd uiteindelijk de eerste groot hertog van Toscane. Tijdens hun bewind kwam het humanisme op. Griekse letteren en kunst werden in ere hersteld. De Medici steunden kunstenaars allerhande. Hier werd de renaissance geboren en groots gemaakt. Michelangelo, Da Vinci, Botticelli,.... te veel om op te noemen. Daar bovenop verzamelden de Medici nog vele andere topwerken. Firenze is daarom een walhala voor kunstliefhebbers met het Uffizi en Pallozo Pitti als hoogtepunten.  De meeste kunst is hier in de streek gemaakt. Er is ook kunst uit andere landen. Ook onze Lage Landen zijn goed vertegewoordigd. Ik heb nog nooit zoveel Rubens' bij mekaar gezien. Rogier Van Der Weyden, Memling, Van Dyck en Jordaens en nog andere van onze trots hangen hier aan de muur.
Alles beschrijven wat in Firenze te zien is ga ik niet doen. Je moet maar zelf een komen zien.



De laatste fietsdag

83km. 1013m op. 1274m af.
We dachten dat Siena vol stond met beelden van Romulus en Remulus met de wolf. Niet dus. De legende gaat als volgt. De tweelingzonen van Remulus werden door Romulus uit Rome verbannen. Op een mooie heuvel in Toscane stichten ze Siena. Maar die stad laten we achter ons.
De laatste fietstocht is er eentje om de vingers van af te likken. Vier heuvels scheiden ons van Firenze. Een dun laagje mist geeft een mystieke sfeer aan de stad en nabij gelegen heuvels. Lang duurt dat niet. We klimmen boven de mist uit. De zon doet de rest van het werk. Al snel hebben we prachtige uitzichten. Noordeljke flanken zijn dicht bebost. Al de rest is indien mogelijk gebruikt voor wijngaarden. Hier en daar staat een boederij of doemt een dorp op. Een hert spring net voor ons de weg over. Dit is Chianti. 

Niet alleen wij maar talloze wielertoeristen bewijzen dat dit een populaire fietsroute is. Het valt op dat de wegen rond Siena en naar Firenze beter zijn dan in de rest van Toscane en Umbrië. Ook op vorige fietsreizen zagen we al dat wijn zorgt voor welvaart.  Een smal, leuke baantje voert ons tot vlak bij het centrum van Firenze. Hoog op een heuvel, met schitterend uitzicht op de Duomo en de Arno genieten we van onze picknick. En zie, Firenze heeft fietspaden. 
De rest van de namiddag besteden we aan een eerste verkenning van de stad. We bezoeken het klooster Santa Maria Novella. Fresco's van Filippino Lippi, de groene kruisgang en de Spaanse kapel zijn schitterend.
Daarna lopen we door naar de Duomo. Als je uit de smalle straten plots voor de kathedraal staat dan wordt je overdonderd door zijn omvang en schoonheid. Hij werd gebouwd om te tonen dat Firenze heerschap nastreefde over heel Toscane. Dat is wonderwel gelukt. 


Een bezoek aan het Piazza Della Sigoria hoort uiteraard bij een eerste verkenning. Dit is het hart van het polieke verleden van de stad. Van hieruit hebben de Medici hun macht opgebouwd. De twee komende dagen bezoeken de hoogtepunen van de stad.

donderdag 6 juni 2019

Onderdompeling in Siena

Siena bestaat uit zeventien wijken, contradas. Op 2 juli en 16 augustus is er een legendarische paardenrace op Il Campo, het halfronde plein voor het stadhuis. Daarin strijden de verschillende wijken voor de eer. Onze gids brengt ons voor de start van de rondleiding naar de kerk en het museum van zijn wijk met de eenhoorn als symbool. Het is voor ons een goede inleiding in geschiedenis en tradities. Daarna bezoeken we het stadhuis met het museum Civico. In de eerste zaal zien we fresco's over de eenmaking van Italië. Andere zalen gaan terug naar de 12de tot 15de eeuwse geschiedenis.
Het volgende bezoek is aan het Piazza Duomo met daarop de schitterende kathedraal en het Museum Santa Maria della Scala. Tot de jaren tachtig van vorige eeuw was dit het hospitaal van Siena. Nu is het een groot museum.
De gevel van de kathedraal is uniek. Het een gotisch gebouw met vele renaissance elementen. De gevels zijn in wit en zwart marmer. Binnenin overvalt de rijke versiering. De hoogtepunten zijn de marmeren vloer met schitterende tekeningen en de bibliotheek met fresco's van Raphael. Veel mooier kan het nauwelijks. 



De namiddag vullen we verder met het bezoek aan twee andere kerken, een terrasje, kuieren en ht beklimmen van de 504 trappen van de toren van het stadhuis. Onze gids gaf ons de tip om tegen half zes naar het lyceum voor muziek te gaan. Er is een gratis concert ter afsluiting van het academiejaar. Zo besluiten we een culturele dag op de tonen van het Dante voor pianoforte en orkest van Mozart.


woensdag 5 juni 2019

Terug naar Siena.

55km. 994m op. 869m af.

We hebben vandaag tijd voor een spielerei. In plaats van rechtstreeks van Asciano naar Siena te rijden, maken we een omweg via de Monte Oliveto Magiore. Dit doen we niet voor de sport alhoewel het teurg klimmen is. Er ligt evenwel een abdij met dezelfde naam die we willen bezoeken. In 1313 zegde een rijke Siënees het wereldlijke leven vaarwel en stichte de orde van de Olivetanen die bij de Benedictijnenorde hoort. Een leven van een eenvoud en gebed staat centraal. Ons trekt de kunst aan. De wanden van de kloostergang zijn bezet met fresco's van Luca Signorelli en Sodoma. Ze beelden het leven van Benedictus uit. We krijgen ook een kijkje in de kapel, de refter, de bibliotheek, een museum en een apotheek.


Na dit bezoek rijden we via een kortere weg terug naar Asciano. We dachten dat dit snel bergaf zou gaan. Maar nee. Dit is een echte jojo met snelle opeenvolging van steile afdalingen en klimmetjes. Het melkzuur schiet bij iedere tempowisseling in de benen. Maar we worden ruimschoots beloond. De pittige heuvels zorgen voor een schitterend decor. De graanvelden beginnen goud te kleuren. Klaprozen en brem zorgen voor felle kleurtoetsen.
Resten ons dan nog 27km tot Siena. Het decor blijft hetzelfde en de zon doet haae uiterste best. Het is genieten van een dagje fietsen. 


Om drie uur staan we terug aan de B&B waar we vorige week ook verbleven.  De fiets moet terug vier hoog gedragen worden. Verfrist met een douche en een ijsje verkennen we de botanische tuin. Het is een groene oase van rust aan de rand van de stad. De botanische tuin in Leuven is bijna vlak. Deze hier ligt op een hele steile flank. Middenin genieten we van rust op een bankje terwijl de kersen op onze rug vallen. 

Flavia, de vriendelijke gastvrouw van de B&B stelt ons een restuarantje voor. Hm. Dit was de betere Italiaan aan spotprijzen. 

Morgen wordt er niet gefietst. Giullio zal ons gidsen door de stad.

dinsdag 4 juni 2019

Langs bij Mia en Mathieu

118km. 924m op. 1191m af.
Wegrijden uit Perugia als fietser zonder dat je de weg kent, is een verschrikking. We zitten in volle ochtendspits en hier zijn geen fietsvoorzieningen. We banen ons zoals de Italianen een weg door de drukte: al drummend en foeterend. Na een uur hebben we al zes kilometer afgelegd. Zo gaat ie goed. Uiteindelijk geraken we toch uit het centrum en door de commerciele rand. We rijden nu terug door een rustig, landelijk gebied. Na een stevige klim zien we het meer Trasimeno liggen. 

We dalen af en plots zien we ze. Mia en Mathieu, onze overburen, spenderen al meer dan dertig jaar hun vakantie aan het meer. Ze zijn ons een stukje tegemoet gekomen. We rijden samen tot aan terrasje aan het water in Passignano. Daarna nodigen ze ons uit in hun verblijf in Tuoro voor een heerlijke salade caprese. Meer moet dit niet zijn.

Na twee uur rust nemen we afscheid want we hebben nog een heel eind te fietsen. Mathieu en een vriend rijden nog mee tot waar wij het meer verlaten. We laten zo Umbrië achter ons en zijn terug in Toscane. Het landschap verandert. De hoge bergen ruimen plaats voor heuvels met akkers en wijngaarden. Koolzaad kleurt sommige velden. Cipressen geven de typisch Toscaanse toets. Het uitzicht is rondom prachtig. 

Net na zes uur kommen we aan bij de B&B voor vandaag. Die ligt net buiten Asciano. Het is een klein paradijsje. We krijgen een huisje voor ons twee. Dinner wordt geserveerd op een terras met een postkaart als uitzicht. Nagenieten van een inspannende dag ten top.

maandag 3 juni 2019

Een dagje vlak, bijna.

85km. 654m op. 564m af.
Wandelaars kuieren met of zonder hond in de ochtendzon. Joggers beginnen de dag met wat sport. Een eenzame fietser rijdt ons vlot voorbij. Dorpjes liggen als ooivaarsnesten op vooruitgeschoven heuvelruggen. Vogels zorgen voor muziekale ondersteuning. Decor van dit tafereel is een met bomen omzoomd fietspad langs kanaaltjes tussen Spoleto en Assisi. Het laat ons toe om autovrij te genieten van het fietsen. En het is vlak.


Enkel om Assisi binnen te rijden is het even flink klimmen. In dit stadje gekend omwille van Fransiscus van Assisi loopt het vol toeristen. We bezoeken even de kathedraal ter ere van deze heilige. Het merkwaardige hieraan is dat er tween kerken bovenop mekaar staan. De andere bezienswaardigheden laten we links liggen omdat we hier een paar jaar geleden al eens verbleven. 

Na Assisi volgen nog wat min of meer vlakke kilometers naar Perugia. Tot we plots met een stevige klim geconfronteerd worden. Volgens ons boekje is dit 10%. Daargeloven wij niet in want dit is steiler dan de Smeysberg in Huldenberg (17%). Eenmaal die overwonnen gaat het nog verder omhoog naar Perugia. Het is even wat zoeken om in het oude centrum te geraken.
Perugia is de hoofdstad van Umbrië. Op het Piazza 4 Novembre schitterend het 13e eeuwse Palazzo dei Priori en de Duomo. Het pronkstuk is de  Romeinse fontein die water krijgt vanop het aquaduct. We bezoeken in het Palazzo dei Priori de Galleria Nazionle dell'Umbria dat voornamelijk kunst uit Umbrie bevat.
Morgen rijden we onze buren tegemoet.

zondag 2 juni 2019

Terug naar het noorden

115km.  1914m op. 2212 af.
Capraola ligt in de provincie Lazio. We zijn hier op een dag fietsen van Rome. Dat is niet de bedoeling. Daarom rijden we terug naar het noorden. Fietsen hier in Umbrië is als een indoor cycling les bij Kurt in Sportoase in Leuven. Het is een stevige intervaltraining maar ze duurt wel een dag. Na veertig kilometer komen we aan in Bomarzo. Italiaanse tuinen uit de zestiende eeuw zijn strikt geometrisch. Deze tuin is net het tegenovergestelde. Het werd het park van de monsters. Olifanten, draken, reuzen in gevecht, een scheef huis, een schilpad met een toren erop.. aan verbeelding geen gebrek. 

Daarna rijden we verder door. De ene klim na de andere bedwingend. Vanop een heuvelkam krijgen we schitterende vergezichten. In de verte zien we een berg met sneeuw erop. Zou het de Monte Sibilini zijn? De wind speelt hier wel in ons nadeeL. Zelfs bergaf is het duwen. Uiteindelijk rest ons nog een klim van een uur en dito afdaling tot Spoleto.
Deze middeleeuwse stad ligt op de flanken van een berg. De kleine, steile straatjes met vele boogjes geven de stad een gezellig gevoel. Het is ook feest in de stad. Op alle pleintjes staan marktjes met vooral bloemen en planten als koopwaar. Alle Italianen lopen buiten. Het is een gezellige drukte. In het twee eeuwen oud Romeins theater is er een concert van een harmonie bezig. Uitzonderlijk is het theater gratis te bezoeken.

De Duomo is best merkwaardig. Om te beginnen ligt die op een plein dat schuin bergaf loopt. De kerk is 12de eeuws maar binnen is er meermaals verbouwd met renaissance en zelfs barok. Hier en daar is een fractie van de oorspronkelijke kerk te zien. De fresco's in de halve koepel boven het hoogaltaar zijn rondom schitterend. 

Het ijsje is van het beste van deze reis. We slapen in een klein palazzo vlak bij de Duomo. We hebben een "room with a view". 


zaterdag 1 juni 2019

Twee tuinen en een meer

92km. 1702m op. 1469m af.


We beginnen de ochtend met een afdaling uit Orvieto. Dit keer doen we dat zonder funicular. Lang duurt de pret niet want na drie kilometer begint een klim. Eerst gaat het vrij steil omhoog. Daarna klimt het geleidelijker. Eer we boven zijn staat er twintig kilometer meer op de teller. De weg gaat nu lichtjes op en af door een mooie landelijk gebied. Omdat de wegen in Umbrië een pak rustiger zijn is het heerlijk fietsen onder de zon. Even mogen we een klein, bebost dal inzoeven om er even steil weer uit te klimmen. Daar komen we in een dorpje terecht waar het feest is. Tijd voor een terasje. Tegen de middag komen we aan in Bagnaia. Dat is een nietig dorp maar met een belangrijke trekpleister: de Villa Lanta. De kasteeltjes, daterend uit 1566, stellen niet veel voor maar de tuinen zijn schiterend. Wie de serie "De Medici" zag, heeft de tuinen al kunnen bewonderen. Wereldwijd behoren ze tot de top tien. Water speelt een centrale rol.


Van hieruit rest ons nog 18km naar Caprarola. Er zit wel een berg tussen. Vijfhonderd hoogtemeters erbij. Zeker het begin is pittig. We klimmen door een bos met vele villa's. Daarna dalen we af naar het Lago di Vico. We hebben hier een hutje aan het meer geboekt. Het ontvangst is heel hartelijk. Wat we niet voorzien hebben is dat ze voor ons gaan koken en we krijgen ontbijt. In het stadje Caprarola wacht er nog een attractie: Palazzo Farnese. Deze schatrijke familie leverde verschillende pauzen. De bedoeling was hier een zomerverblijf te bouwen dat de Villa Farnese in Rome zou overtreffen. Het is een merkwaardig gebouw. Langs buiten is het een achthoek. De binnenkoer is rond. Binnenin vallen de rijkelijk beschilderde plafonds op. Het meest in het oogspringend is de koninklijke trap. De ronde trap heeft als doel de bezoekers te imponneren. Dat is aardig gelukt. Ook hier zijn de tuinen schitterend. De twee reuzen van de fontein verwijzen naar de Tiber en Rome, de ander naar de Arno en Firenze als eerbetoon aan de Medici. 




We sluiten onze dag af met heerlijk avondmaal op het terrasje van ons hutje en genieten nog van de ondergaande zon vanop de pier aan het meer. Een bever zwemt rustig voorbij.